zondag 17 augustus 2008

Strafbaar

In ons adagio voor wat wij eens tentoonspreiden, waren we vergeten dat kinderen ooit opgroeien. Als twee dartelende veulens wentelden we ons door het hedendaagse plebs in een, wat voor ons zo voorkwam, banale wereld. We kirden, we giechelden en we speelden tikkertje. In mijn liefde voor jou voelde ik me ongeremd en ongeblust. En plots groeide ik op en verwerd mijn liefde tot iets met een grotere achterban. Het vlakke kartonnen bord, als metafoor voor mijn liefdeservaring en eenzelfde betuiging, werd gerijpt met een beetje bitterheid, cynisme en scepticisme. Een reden te meer om euforisch te zijn over ons, omdat dit alles mij niet weerhield te kirren en gibberen samen met jou, als ware we kleine kinderen.
En dan eindigde het, en bleek mijn bitterheid het toch te winnen van het enthousiasme. Die verbitterdheid vergrootte niet maar werd enkel bevestigd in zijn bestaan.
Doch jij bleef rustig voort dartelen en ongeblust zijn. Je kinderlijkheid verried een zekere ééndimensionale ruimte achter je lach als een papieren kladblad. En bij ieder nieuw contact flappert het in de wind van mijn zuchten, al dan niet weeklagen. Die kinderlijkheid was op vele vlakken te interpreteren, ondanks je volwassen lichaam. Je gedrag doet mij voelen als een pedofiel. Strafbaar en vereenzaamd in mijn wens. Na jou ben ik vies van mezelf geworden.

Geen opmerkingen: