maandag 10 september 2007

Hulp

Je stak je hand uit naar mij, gedrocht in duisternis gehuld. Je zou me het licht laten zien, majestueusiteit gevangen in kleine energiepakketjes. Je begreep niet dat ik me goed voelde hier, het liefst met rust gelaten wou worden in wat ik mijn burcht noemde. Mijn bastion van onvolmaaktheden. En als ik er ooit zou uitkomen, dan liefst op eigen kracht, dus ik twijfelde.
'De hemel kan niet wachten op gunsten.' zei je toen je je arm terugtrok. Ik antwoordde dat ik niet wist of haar hemel ook de mijne was...
Ze beet op haar lip, zichtbaar gekrenkt.
Jouw licht, jouw belofte. Een nieuwsgierigheid maakte mij tot vermetele hedonist, ontdaan van eerdere beperkingen.
Ik vervolgde: '...maar ik weet wel dat er voor mij geen hemel is zonder jou.'
En ik sprong eruit, naar haar toe. Waarom zo plots, zo een grote stap?
Ik nam je hand die je me eens had aangeboden, maar ik zag niet dat de kwetsuur, even voorheen aangebracht door mij, je had doen krimpen binnenin.
In verbittering liet je je hand nemen, en: je leidde me weg.
Uit tederheid liet je me los, en ik viel terug.
Je nam het licht mee.

En ik maakte een vuurtje.

back to reality, oohps, there goes gravity

donderdag 6 september 2007

Aardbeving

Ik wacht hier. Klaar voor je. Komaan en verpletter me. Probeer het tenminste. Dat doe ik, trachten je te verpletteren. Klein als een speldenknop. Was je dat maar. Je zou niet meer opvallen tussen de andere knopjes. En de ruimte die vrijkomt... ruimte... die zou ik beter benutten.
Komaan. Verpletter me.

Word verpletterd. Ik smeek je / 'k ga door mijn knieën
maar jij / je ziet het niet. Je kijkt over me heen, elders en groenere grasvelden. Graast verder. Blijf. Rechtstaan, kuierde, promenade, rent. Weg / verder


Ik vrees enkel dat je je zult vermoeien. Slaap maar klein kindje. En droom.

Toekomstperspectief

Wat ik later wil worden:
-Gedrenkt in het leven

Wat ik later niet wil zijn:
-Ge(k/d)renkt door het leven


Jawel.