vrijdag 2 november 2007

Gewaarwording

En toen ik die hand zag dalen, haar gekromde rug, omlaag, herinnerde ik me dat ook ik daar eens stond. Ik zou moeten weten hoe jouw hand mij beroerde. Het enige dat ik toen voelde echter, toen jouw hand op haar lag, was de wens jou niet te kennen. De opleving van wellust wiste het genoegen van herinnering uit en bracht enkel die weeë geur van zonde mee. In het totaalbeeld dat ik kreeg van die hand op haar rug, die arm, die schouder, die hals en ook dat gezicht, klaarde de mist op en zag ik dat er niets achter zat. Mijn herinneringen vulden eens in wat er ontbrak…

De mist bleek het mysterie zelf te zijn, als belichaming van mijn hoop en verlangen. De hand ontsnapte aan de geheimzinnigheid en plots bleek ook al de rest rond me opgeklaard te zijn. Ginder lag de weg die ik zocht.

Nog nooit klonk het geluid van knerpend zand zo dicht bij mijn oor. Ik werd gewaar.

Geen opmerkingen: