Dag Nele,
Waar te beginnen? Het feit dat ’t al meer dan 10 jaar geleden is dat ik je heb bezocht? Het geeft me een gevoel alsof ik je gebruik. Maar dan zul je wel zeggen dat dit niet zo is. Want… denk ik niet veel aan je? Word ik niet geëmotioneerd door het zien van je foto? Smelt ik niet weg als ik de noten hoor van dat ene liedje? Jouw liedje… Wat is er van je geworden, wat zou er van je geworden zijn? Zouden we beste vriendinnen zijn geworden en zou jij me hebben gehoed voor alle zinsbegoochelingen en zou ik jou terug met beide voeten op de grond hebben gezet? Wat is jouw type, op wat voor mensen zou je verliefd zijn geworden? Wat zou je interesseren, wat zou je leren, wat zou je nu doen? Zouden we nog vriendinnen zijn of zouden we uit elkaar gedreven zijn door andere lotsbestemmingen? Zou je geloven in het lot, astrologie, Darwin, zwaartekracht? Zou je even arrogant geworden zijn als ik nu ben of zou je zijn zoals je toen was. Zacht. Lief. Beangstigend voor iemand als ik ben. Toch mocht ik komen zitten naast je. Je gaf me… veel. Zaken, spullen. Je gaf me herinneringen aan een puurder persoon. Jij was zo -puur mens-. Je haalde dat ook uit me. En kijk wie ik nu ben. Ik slinger van hot naar her. Jij blijft gewoon je gang gaan, op dezelfde plek doe jij jouw ding. Ook al heb ik je 15 jaar niet meer gehoord, zelfs nu heb je nog een aandeel in dit leven van me. Ergens in mijn vergaande en herkauwde herinneringen zie ik nog dat je rechts van me zat. Ergens in die herinneringen zie ik ook nog hoe ik aarzelde bij jouw uitgestoken hand. Ik was bang van je. Ik was bang van de onmacht, ik was bang van het feit dat ik niet wist waarom je daar op die manier je hand uitstak. Ik greep hem wel. Maar ik aarzelde. En dat aarzelen ben ik altijd blijven doen sindsdien.
Dit leven van me. Ik leef maar ik weet niet of het voluit is. Ik doe dingen waarvan ik nooit gedacht had dat ’t voor mij weggelegd zou zijn. Ik word verliefd, ik heb lief, ik breek, ik smacht, ik huil, ik kijk op, ik glimlach, ik word verliefd. Een cyclus vol emoties, waartussen draden van zelfontplooiing zijn geweven. Ik eet, ik sport, ik schilder, ik lees, ik leer. En jij, jij lacht als voorheen. Op die schommel.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten