woensdag 17 januari 2007

Intro

Zonsopkomst, zonsopgang, dageraad, ochtendlicht, ochtendglorie.
Licht bestaat uit ’n bundeltje fotonen. Golflengtes, surfen op energie. Door sterrenstof en botsend tegen materie, terugkaatsend en geabsorbeerd. Het klinkt allemaal zo technisch, zo vreselijk logisch. Alsof schoonheid een simpel gevolg is van logica. ‘Natuurlijk vinden we muziek mooi omdat het correspondeert met symmetrie en regels die logica volgen.’
Als ik je vraag om de zonsopgang te beschrijven, zeg me nooit hoe lang dat bundeltje fotonen erover gedaan heeft om mijn ogen te bereiken.
Zeg me dat je verwonderd was. Zeg me ‘pracht’, zeg me ‘adembenemend’. Zeg me, dat ver, je een gele glans zag, steeds meer lucht innemend tot waar je stond. En ondertussen was ’t aan de horizon alweer oranje. Zeg me: ‘je zag de contouren van de wolken beter dan je ooit eerder had gezien en je werd je stilaan gewaar van de majestueuze wereld die je omringde boven je hoofd, waar je te weinig aandacht aan schonk.’ Zeg me dat je vervolgens plots het gevoel kreeg dat je dicht bij de levenswijsheid was, maar het buiten je bereik bleef, net als een woord dat je niet vinden kunt en ’t toch op de punt van je tong ligt.
Zeg me hoe heel de wereld zijn adem inhield, hoe alle vogels vrolijk zongen, het leven vierend, het kleurenpalet bewierokend. Zeg me hoe de verre wolken eerst zacht en zwoel geel, dan rood werden. Dat die wolk laag hangend en dichtbij, haast tastbaar leek met als achtergrond een mals blauw, zijzelf fragiel oranje. Dat je hand reikte naar boven maar enkel koelte voelde.
Vertel me hoe alle schakeringen de revue passeerden, groen, rood, paars, blauw. Hoe de golven van eenzelfde kleur steeds dichter naar je toe kwamen. Zeg hoe de zon letterlijk ‘kiekeboe’ zei toen hij van achter de verre wolken kwam. Zeg me dat je verbaasd was over de snelheid waarmee de zon opklom, een fel oranje puntje, steeds groter wordend totdat je beseft dat ’t licht je pijn doet. Zeg me hoe vervolgens je naar de lucht keek en enkel donkere vlekken zag, je ogen moest toedoen, weer opende en besefte dat je weer een moment van unieke schoonheid had gemist. Zeg me hoe verdrietig je bent dat je niet elke dag die zon hebt, en zal, zien opkomen. Zeg me hoe verdrietig je bent dat je nooit alle schoonheid van de wereld kunt zien, enkel omdat er zoiets bestaat als een zon.
Zeg me dat je blij bent dat jij er op die plek stond, op dat moment en dat je er tijd voor had en nam.

En fluister in mijn oor dat dit alles verbleekt in mijn aanwezigheid.

Geen opmerkingen: