woensdag 10 oktober 2007

Spiegel

Je zag haar staan in de gietende regen, kijkend naar binnen- en buitenlopende mensen. Ze keek je aan en wat ze zag was verbazing, afkeer en teleurstelling. Ze wist dat je veranderlijkheid haar degradeerde, eens te meer. Het leven als oneindige herhaling van zichzelf. Wat maakt haar zo lelijk in je ogen? Was het de lach, die lach van beminnelijke controle waar je zo slecht tegen kunt. Het is een echte lach met een droeve noot en vurige pit in de ogen, klaar om helemaal open te bloeien. De befaamde lach na de traan.
Besefte je dat je niet tegen haar op kunt? En je houdt nu eenmaal niet van mensen die jij niet kunt raken, niet in je macht hebt. Je veinst je gevoelens voor haar, je bedriegt jezelf en daarmede ook haar. Doch, had ze je onbewust spelletje door? En kon jij niet tegen die lach omdat het een spiegel was van jouw zielsgeheimen? Wat maakte haar gezicht zo levend vloeibaar als kwik en net zo gevaarlijk?
En je lachte niet toen ze je begroette, met traag dicht- en opengaande oogleden. Je zag, en je vreesde jezelf. Wat zat er in jou dat haar zo lelijk maakte? Wie ben jij om haar te laten loslopen in een wereld die zelfs jij maar zo weinig begrijpt? Zeg het eens, wie ben jij, dat je niet eens met geluk overweg kunt?

Geen opmerkingen: