zondag 11 maart 2007

Grijns

Ik heb mijn handen om je nek geslagen en het voelt goed aan. Ik voel je hartslag. En zie het bloed uit je wonden stromen. Je buik is één rode brij en ik ben doordrenkt van wat eens jouw leven was. Je probeert te schreeuwen maar ik houd je stevig vast. Ik wed dat je mijn morbide grijns niet kan plaatsen bij de rust in mijn ogen. Dit is fascinerend en bekend tegelijkertijd, hoe iemand als ik, doorsnee persoonlijkheid, toch erin slaag iemand te doden. Vermoorden is een te groot woord. Ik doe je teniet.
Een bezwete haarlok zwiert heen en weer voor mijn ogen, alsof het aftelt tot jouw overlijden. Hoe verrassend komt dit me voor; een onweerstaanbare drang het leven uit jouw ogen te zien verdwijnen. En je kijkt me met verbaasde ogen aan, alsof jouw leven enkel uit één grote verbazing bestond en dit jouw levensglorie lijkt. De ultieme verbazing. De vredige bijslaap die plots een vork tevoorschijn haalt en op je in begint te hakken met volle kracht. De botheid ervan die eens als een amoureuze brug diende tussen ons twee tafelende geliefden. Ik nam een hap, jij nam een hap. Ik nam een hap, jij schreeuwde uit van de pijn. Ik nam nog een hap en ik smoorde je kreet en ik smaakte je leven, proefde ervan. Het was inderdaad een verbazing.
Net als op dat moment dat ik je plots in onze badkamer zag. Je nam de pil en je verzweeg het me. Je zag me niet en ik zag een visioen van onbeteugelde maar nog onbekende wraak. Hoe durf je me geen nageslacht te gunnen? Waarom mocht ik geen vader worden en het leven in je buik voelen, net zoals je me ’t beloofde? De goddelijke scheppende kracht niet meemaken van mijn zaad?
En nu, nu heb ik mijn droom dan toch behaald. Ik ben gewaar geworden van mijn goddelijke kracht en mijn Jesus proef ik nog steeds als ik mijn tong over mijn lippen haal. Ik likkebaard en jij sterft.

1 opmerking:

Anoniem zei

verbazing, alweer...
hier geniet ik van

[en ja, je mag naar me linken,als ik mag linken naar jou]