vrijdag 4 december 2009

Faeces

Het is je gelukt. Na al die tijd dat je me hebt geïmpregneerd met je zelfdestructie. Je bestaat niet meer. En nu is er niemand meer om te rouwen, want je hebt mijn herinneringen aan jou zelfs vervuild. Zo vervuild, dat alles is gestikt in een walm van verdampte tranen en vergane verliefdheid; de onverschilligheid.
Waar ben je nu? Ik herken je niet meer, met je vervormd gezicht en de blinkende tanden van een veranderende lach. Zulke scherpe randen dat je mijn hoofd uitknabbelt, jezelf verorbert, verteert en laat zijn als een grote hoop stront. Zelfs je ogen en je stem… Wat een wreed lot heb je jezelf aangedaan dat er nu niemand meer is om je te lief te hebben zoals die hoop stront, die je nu bent.

Geen opmerkingen: